- De woning is gemaakt van steen of beton en je kunt deze niet verplaatsen.
- De maximale looptijd van de hypotheek mag maximaal 25 jaar zijn.
- Je mag niet permanent in de woning verblijven.
- De woning heeft een eigen cv, toilet, badkamer en keuken en het is aangesloten op gas-, water- en elektriciteitsleidingen.
- Je mag de woning niet verhuren. Indien je dit toch wilt doen, moet je dit bij de hypotheekaanvraag aangeven. Hierbij moet de woning aan een aantal aanvullende eisen voldoen, zoals een goede ligging. In dit geval sluit je een lagere hypotheek af.
- Het huis moet als recreatiewoning in het bestemmingsplan staan.
Wat gebeurt er als je niet in aanmerking komt voor een recreatiehypotheek? In dat geval kun je de recreatiewoning met een persoonlijke lening financieren. Hierbij betaal je in verhouding tot deze hypotheekvormen meer rente.
Lagere vermogensrendementsheffing bij recreatiehypotheek
Als je een recreatiehypotheek gaat afsluiten, heb je de volgende voordelen:
- Indien de tweede woning voor recreatief gebruik is bestemd, vallen alle kosten in Box 3. Dit is de box, waarin al het spaargeld, beleggingen en schulden vallen. Als gevolg daarvan heeft de hypotheekschuld van de recreatiewoning positief effect op jouw vermogensrendementsheffing. Eventuele huurinkomsten worden niet in Box 1 belast.
- Je hebt de keuze tussen vaste en variabele rente.
Hypotheekrente fiscaal niet aftrekbaar
Een recreatiehypotheek afsluiten is niet altijd voordelig, omdat je rekening moet houden met een aantal kanttekeningen:
- De Belastingdienst ziet de tweede woning en de bijbehorende schuld als vermogen, waardoor ze in Box 3 worden belast. Je mag deze lening van het vermogen aftrekken, maar de rente en de kosten voor het onderhoud zijn niet aftrekbaar van de belasting.
- Doordat de recreatiehypotheek in Box 3 valt, heb je geen recht op hypotheekrenteaftrek, want deze geldt alleen voor de hypotheek op het huis waar je woont. Daarom valt deze woning in Box 1 in plaats van Box 3. Als je in een recreatiewoning verblijft, moet je de gemeente om toestemming vragen, zodat het als permanente woonplek bij de Belastingdienst wordt opgegeven. Indien de gemeente jou geen toestemming geeft, valt jouw hypotheek in Box 3. Als je een goedkeuring krijgt, valt jouw woning in Box 1.
- Je bent verplicht om lineair of annuïtair af te lossen.